Op dit moment zijn er in Nederland personen die radicaliseren of sterk geradicaliseerd zijn en een dreiging kunnen vormen. Alhoewel er geen aanwijzingen zijn dat mensen in Nederland een aanslag voorbereiden, blijft het voorstelbaar dat dit kan gebeuren. Aanslagen in Europa zijn doorgaans provisorisch, worden gepleegd door eenlingen en kennen weinig slachtoffers. De jihadistische dreiging is geenszins verdwenen. Daarom blijft het dreigingsniveau op 3 van de 5 staan. Dat blijkt uit het 53ste Dreigingsbeeld van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV).
Beeld: NL nieuws (archieffoto) | Door: Ministerie van Justitie en Veiligheid | Binnenland
Sinds de uitbraak van het coronavirus heeft het maatschappelijk ongenoegen zich zowel online als offline verder gemanifesteerd. Een deel van de verschillende groepen en individuen vindt elkaar in het afwijzen van de overheid of overheidsbeleid. Dit gebeurt niet zozeer vanuit ideologische motieven, maar vanwege gevoelens van onrechtvaardigheid, groot onbehagen of een andere werkelijkheidsbeleving. Mensen die de overheid, wetenschap en traditionele media al langer wantrouwen, kunnen hun denkbeelden bevestigd zien in complottheorieën en desinformatie. Sociale media spelen daarbij een faciliterende en mobiliserende rol en fungeren als een soort blaasbalg. Behalve de relatief brede, gemêleerde activistische bovenlaag, bestaat er een radicale onderstroom met soms extremistische gedragingen, zoals het belagen van journalisten en politici of, het intimideren van politiemensen.
De uitbraak van het coronavirus en de genomen maatregelen om het virus onder controle te krijgen, hebben niet geleid tot een verhoogde dreiging van rechts-extremisme in Nederland. Gekende groepen hebben doorgaans geringe invloed, zijn verdeeld en zoeken voornamelijk aansluiting bij actuele thema’s. De ontwikkelingen online staan hier los van: juist op digitale platforms kunnen eenlingen mogelijk radicaliseren door contacten met gelijkstemden. Een aanslag uit rechts-extremistische hoek blijft vooral vanwege online ontwikkelingen voorstelbaar.
Vergeleken met vorig jaar vertoont ISIS verhoogde activiteit in Syrië en Irak. Sinds de val van ‘het kalifaat’ is de aanslagdreiging verminderd, maar niet verdwenen. ISIS heeft nog steeds de ambitie aanslagen te plegen in Europese landen. Daartoe probeert de groepering structuren en netwerken op te zetten, waarbij sympathisanten en aanhangers binnen Europa een rol kunnen spelen en in contact kunnen komen met ISIS-leden in Syrië. De coronapandemie heeft de mogelijkheid voor uitreizigers om terug te keren naar Europa tijdelijk ingeperkt.
De directe geweldsdreiging die van de Nederlandse jihadistische beweging uitgaat, lijkt enigszins afgenomen door sociale en ideologische versplintering, demotivatie en het ontbreken van krachtige leiders en aanjagers. De meeste activiteiten zijn geweldloos, maar de dreiging onvoorspelbaar. Onder sommige Nederlandse jihadisten leeft nog altijd de intentie om in Nederland een aanslag te plegen. Waakzaamheid voor enkelingen uit de beweging blijft geboden. De komende jaren zijn bepalend voor de jihadistische beweging. Als deze verder desintegreert kan dat leiden tot een krimp en een minder ontvankelijke omgeving voor jihadisten die uit gevangenschap terugkeren in de samenleving. Dat betekent aanhoudende overheidsdruk en onverminderde inzet van repressieve maatregelen.
Aanjagers proberen hun politieke slagkracht te versterken door hun achterban te voeden en te mobiliseren. Zowel voor individuele zaken, zoals solidariteit met de imam van de Haagse as-Soennah moskee, of de ontslagen directeur van het Cornelius Haga Lyceum, als voor politieke vraagstukken, zoals het rapport van de Parlementaire Onderzoekscommissie Ongewenste Beïnvloeding (POCOB).