Het vuurwerkverbod blijft van kracht. Een groep vuurwerkhandelaren had in een kort geding geëist dat het verbod zou worden opgeheven, maar kreeg ongelijk van de rechter.
Beeld: NL nieuws | Binnenland
Het kabinet kondigde medio vorige maand een verbod af op de verkoop en het afsteken van vuurwerk. De verkopers, aangesloten bij de Stichting Vuurwerkdealers Nederlands Consumentenvuurwerk, vinden dat het kabinet er veel te laat mee kwam.
Maar volgens de rechter kon de staat dit besluit niet eerder nemen, zeker niet al in maart, omdat lang onduidelijk was hoe de pandemie zich zou ontwikkelen.
Ook heeft de staat voldoende gemotiveerd waarom het verbod nodig is en welke problemen daarmee voorkomen moeten worden. De bedoeling is dat de druk op de zorg en handhaving in de nieuwjaarsnacht wordt verminderd en dat samenscholingen buiten worden voorkomen.
De advocaat van de vuurwerkverkopers, Lex de Jager, reageert teleurgesteld op het vonnis. Hij vroeg de rechter ook een uitspraak te doen over een passende compensatieregeling, maar dat deed de rechter niet. "Omdat er nog wordt onderhandeld tussen het ministerie en de vuurwerkbranche", legt De Jager uit.
Bij het afkondigen van het vuurwerkverbod zei het kabinet 40 miljoen euro beschikbaar te stellen voor de veilige opslag van niet verkocht vuurwerk en het transport naar veilige opslaglocaties. De regeling is echter vooral gericht op importeurs van vuurwerk: onduidelijk is nog welk deel hiervan beschikbaar is voor verkopers.