Het uitgangspunt van het regeringsbeleid moet zijn wat er wél kan. Dat zei koning Willem-Alexander dinsdagmiddag in de Troonrede die hij namens de regering heeft voorgelezen in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag.
Beeld: Jessy/NL nieuws - Tekst: Nieuwsredactie
De overheid moet mensen "méér ruimte en zekerheid geven in plaats van minder" en "dingen vereenvoudigen en de basis op orde brengen". Dat leidt ertoe, zei de koning, dat mensen beter hun toekomst kunnen vormgeven.
Op dit moment zijn "dingen die heel gewoon moeten zijn" dat niet. Willem-Alexander noemde "een dak boven je hoofd, een toereikend inkomen of een vertrouwde woonomgeving". Onzekerheid over dat soort zaken "knaagt aan de onafhankelijkheid van mensen en leidt tot "onderlinge kribbigheid".
Het kabinet wil de onzekerheid over die thema's "doorbreken". Mogelijkheden daarvoor zijn altijd begrensd, bijvoorbeeld ruimtelijk, ecologisch, financieel of vanwege personeelstekorten, erkende Willem-Alexander. Maar "het uitgangpunt van het regeringsbeleid moet zijn: wat kan wel?"
De koning begon de toespraak met een terugblik op een sportzomer "die nog eens heeft aangetoond" waartoe Nederland in staat is. Qua inwoneraantal is ons land het zeventigste, maar op de Olympische Spelen en de Paralympische Spelen was Nederland respectievelijk zesde en vierde qua aantal medailles. "Veel om trots op te zijn."
"De sporters hebben met hun geweldige prestaties laten zien wat je kunt bereiken, ook als het even tegenzit", zei de koning. En daaraan zou de samenleving zich moeten spiegelen. "Wanneer we ons doelgericht ergens toe zetten, kunnen we veel bereiken en de hoge kwaliteit van leven in ons land vasthouden."
In de Troonrede ging de koning in op allerlei beleidsterreinen waarmee het kabinet-Schoof aan de slag wil. Het asielsysteem kent "urgente" problemen en moet sneller, strenger en soberder, benadrukte Willem-Alexander.
Migratie zet "grote druk" op de voorzieningen en de manier van samenleven in Nederland. "Het kabinet werkt aan een tijdelijke asielcrisiswet, waardoor de strenge en sobere aanpak een grotere kans van slagen krijgt."
Over de overheidsfinanciën zei de koning dat er een "heldere afspraak" is gemaakt "dat het huishoudboekje van de overheid door een streng begrotingsbeleid op orde blijft". Hij wees op een paar tegenvallers die nu al dwingen tot kiezen, maar benadrukte ook dat alle groepen erop vooruitgaan wat betreft koopkracht.
Over de landbouw, een belangrijk thema voor dit kabinet, zei de koning dat er een "omslag in het denken en handelen" nodig is. "Over de volle breedte is een realistisch en uitvoerbaar beleid nodig."
De koning sloot de rede af met de opmerking dat de vraag "wat wél kan" vaak niet eenvoudig te beantwoorden is "in onze complexe samenleving". Maar het is volgens hem wel de opdracht aan politici en bestuurders. "Want als de regels van een land niet meer behapbaar zijn voor grote groepen mensen, schiet overheidsbeleid zijn doel voorbij."