Het Nederlands Elftal verloor zondagavond van Spanje in de kwartfinales van de Nations League. Na een spannende wedstrijd, die eindigde in 2-2 na normale speeltijd en 3-3 in de verlenging, moesten strafschoppen de doorslag geven. Spanje won uiteindelijk met 5-4 in de penaltyserie.

Beeld: Florencia Tan Jun - UEFA/UEFA via Getty Images - Tekst: Sportredactie
De wedstrijd in het bekende Estadio Mestalla in Valencia begon niet best voor Nederland. Al na zes minuten kwam Spanje op voorsprong door een strafschop van Mikel Oyarzabal, na een duwtje van Jan Paul van Hecke. Ondanks deze vroege tegenslag herpakte Oranje zich goed. In de tweede helft maakte Memphis Depay gelijk vanaf de penaltystip (1-1), nadat hij zelf was neergehaald.
Spanje kwam weer op voorsprong in de 67e minuut na een snelle counter, waarbij Oyarzabal opnieuw scoorde. Nederland gaf echter niet op. Debutant Ian Maatsen maakte een schitterend doelpunt op aangeven van Xavi Simons, waardoor het weer gelijk werd (2-2). De wedstrijd ging heen en weer, en in de verlenging scoorde Lamine Yamal een prachtig doelpunt voor Spanje. Toch maakte Nederland opnieuw gelijk: na een overtreding op Simons door de Spaanse keeper Simon, scoorde Simons zelf de strafschop (3-3).
De beslissing viel uiteindelijk in de penaltyreeks. Noa Lang schoot op de lat en Donyell Malen zag zijn strafschop gestopt worden door de Spaanse doelman Unai Simon. Nederland verloor, maar kan terugkijken op een sterke wedstrijd tegen de Europees kampioen.
De wedstrijd had een emotionele lading, omdat Valencia vorig jaar zwaar werd getroffen door overstromingen. De opbrengst van de wedstrijd ging naar de slachtoffers van de ramp. Ook de Nederlandse voetbalbond doneerde 10.000 euro.
Bondscoach Ronald Koeman mag trots zijn op zijn team. Ze boden in beide duels tegen Spanje sterke tegenstand. Spanje gaat door naar de halve finales van de Nations League, terwijl Nederland zich nu richt op de WK-kwalificatie in juni.